SV | Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem, en zeiden: Mijn vader, [zo] die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u, en gij zult rein zijn? |
WLC | וַיִּגְּשׁ֣וּ עֲבָדָיו֮ וַיְדַבְּר֣וּ אֵלָיו֒ וַיֹּאמְר֗וּ אָבִי֙ דָּבָ֣ר גָּדֹ֗ול הַנָּבִ֛יא דִּבֶּ֥ר אֵלֶ֖יךָ הֲלֹ֣וא תַעֲשֶׂ֑ה וְאַ֛ף כִּֽי־אָמַ֥ר אֵלֶ֖יךָ רְחַ֥ץ וּטְהָֽר׃ |
Trans. | wayyigəšû ‘ăḇāḏāyw wayəḏabərû ’ēlāyw wayyō’mərû ’āḇî dāḇār gāḏwōl hannāḇî’ diber ’ēleyḵā hălwō’ ṯa‘ăśeh wə’af kî-’āmar ’ēleyḵā rəḥaṣ ûṭəhār: |
Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem, en zeiden: Mijn vader, [zo] die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u, en gij zult rein zijn?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem, en zeiden: Mijn vader, [zo] die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u, en gij zult rein zijn?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!